‘Ik wilde een groot man zijn,’ fluistert hij zacht en legt zijn schubbige oude hand op mijn knie.
‘Echt waar?’ zeg ik. – Alsof deze mededeling als een totale verrassing komt –
Hij glundert: ‘Oh ja! Een grote vis, zwemmend in een eindeloze rivier – dát wilde ik worden.’
Dompel jezelf onder in de wondere wereld van Edward Bloom, een man wiens belevenissen mooier lijken dan het leven zelf.
Zijn oh-zo-analytische zoon hoort deze soms haast bizarre reisverhalen al zijn hele leven aan. Het zijn stuk voor stuk ongelofelijke avonturen, vol onverwachte wendingen en ontmoetingen met magische wezens. Maar de verhalen irriteren hem inmiddels ook; soms wil je als kind gewoon weten hoe het écht is gegaan.
Wanneer zijn vaders gezondheid plotseling verslechtert, lijkt het laatste hoofdstuk eerder aan te vangen dan iedereen had verwacht. Welke verhalen zijn wáár en welke waren fraaie verzinsels? Waar staan de reuzen en zeemeerminnen voor? En: hoe loopt het verhaal af?
Edward Bloom hapt echter niet zomaar toe…